Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], David dan wilde de ark des HEEREN niet tot zich [laten] overbrengen in de stad Davids; maar David deed ze afwijken in het huis van [25]Obed-edom, den [26]Gethiet. 25. Die een Leviet was, van de deurwachters en zangers. Zie 1 Kron.15:18,21, en 1 Kron.16:38. 26. Van Geth of Gath, een koninklijke hoofdstad der Filistijnen, onderscheiden [naar sommiger kaarten] van Gath-Rimmon, nabij gelegen, en den Levieten toegeeigend, Joz.21:24,25. Sommigen menen dat Obed-Edom met David ten tijde van Saul daarheen gevlucht is, 1 Sam.21:10. Anderen dat hij in ballingschap aldaar geboren is. Anderen dat hij van Gath-Rimmon geboortig is geweest.